woensdag 12 november 2008

Europa: verhoging uitbuitingsgraad via toenemende fascisering?


Voor een Sociaal en Rechtvaardig Europa !
Stop de afbraak van de rechten van de werknemers !
Stop de afbraak van de arbeidsvoorwaarden !
===========================================

De ABVAKABO-FNV- afdeling Zeeuws-Vlaanderen organiseert een avond over de rol van Europa in de afbraak van de rechten- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers!
Dit in samenwerking met FNV-bondgenoten – VECHT VOOR JE RECHT - !

DONDERDAG 27 NOVEMBER 2008 19U30 TERNEUZEN
Guido Gezellestraat 14 Terneuzen
ABVAKABO-FNV kantoor


Het Europese Hof heeft ondertussen al een 4-tal uitspraken gedaan waarbij het nationale arbeidsrecht ondergeschikt werd gesteld aan het recht van de vrije konkurrentie in Europa.
In het kader van de in 2000 in Lissabon afgesloten akkoorden, wil Europa zich spiegelen aan het “sociale systeem” van de VS, om de konkurrentie te kunnen aangaan. Uitgangspunt te Lissabon in 2000 was om in het jaar 2010 de VS als kennisekonomie voorbij te streven. Om dat te bereiken achtte de Europese klub het ook noodzakelijk om de in Europa historisch gegroeide sociale voorzieningen en wetgeving af te gaan bouwen!
In 2006 had de vakbondsleiding en de sociaal-demokraten nog het idee dat de neoliberale aanval van de Bolkensteinrichtlijn was afgeslagen en dat de lidstaten hun zeggenschap konden houden over het eigen sociale stelsel. Recente uitspraken van het Europees Hof hebben duidelijk gemaakt dat de opgerichte verdediging niet deugt.
De traditionele vakbondsinstrumenten zoals het recht op het voeren van industriële aktie, het sluiten en handhaven van kollektieve arbeidsovereenkomsten en wettelijke regelingen als het minimumloon, worden systematisch door het Europees Hof afgebroken.
Het wordt dus hoog tijd, dat degenen die vinden dat Europa meer is dan enkel een interne markt van het grote geld, waarbij de interne marktregels onze sociale standaards bepalen, zich hergroeperen. De Beslissingen van het Europees Hof hebben niets te maken met het kreëren van eerlijke en vrije konkurrentie, maar alles met het afbreken van het Europese sociaal model. Het Sociale Handvest in het nieuwe Verdrag van Lissabon zal niets veranderen aan de uitspraken van het Europees Hof.

Het wordt tijd dat er een echte verdedigingslinie wordt opgericht tegen de toenemende afbraak van de arbeidsvoorwaarden en de lonen. Het is nodig om te erkennen dat er iets grondig mis gaat!
De Europese Unie is niet in staat de problemen van de werkloosheid en armoede aan te pakken. De Europese Unie staat ten dienste van het grote geld, ten nadele van de grote massa die achteruit boert!
De voortdurende druk op de publieke diensten, het vrije verkeer van werknemers waardoor werknemers tegen elkaar worden uitgespeeld en de herhaalde oproep van de Europese Kommissie om de sociale zekerheid te “moderniseren”(lees uit te kleden) leidt tot steeds grotere verschillen tussen arm en rijk.
De “flexicurity” betekent voor velen een grotere onzekerheid op alle vlakken.
De politieke keuzes die voor Europa worden gemaakt zijn schadelijk voor de grote meerderheid van de inwoners van de EU en slechts in het belang van een kleine maar sterke minderheid


Wij stellen dat er alternatieven zijn voor de neo-liberale politiek! De krisis in de EU is niet het gevolg van globalisatie of de financiële krisis. Het is in de eerste plaats het gevolg van een lange termijn strategie voor het terugdraaien van sociale verworvenheden. De kern van deze strategie is een alles omvattende politiek gericht op het kreëren van een open markt met vrije konkurrentie, onder andere door deregulering en privatisering. Daarbij is er geen beleid gericht op duurzame groei en volledige werkgelegenheid!

Flexicurity (Fleksiebel en werkzekerheid) heeft niets te bieden aan de werknemers. Het is naïef om te denken dat bedrijven kunnen konkurrerenen tegelijkertijd fleksibiliteit EN ZEKERHEID kunnen bieden aan hun werknemers. De flexicurity heeft tot doel konkurreren, maar dan op zo’n manier dat alleen de aandeelhouders daar wat aan hebben.

De vakcentrales moeten elke beperking van het arbeidsrecht resoluut afwijzen. Het is net in deze tijd, van een globaliserende ekonomie, dat het arbeidsrecht moet verstrekt en zelfs uitgebreid worden!
Ook in andere Europese landen groeit het verzet. Meer samenwerking op Europees nivo, vooral tussen de vakbonden. Het is hoog tijd dat de vakbonden een offensieve houding gaan aannemen!



DONDERDAG 27 NOVEMBER 2008 19U30
TERNEUZEN (Guido Gezellestraat 14 / ABVAKABO-FNV gebouw).

Zorg dat je erbij bent ! De afbraakpolitiek kan gestopt worden, als wij dat met zijn allen willen en daar voor opkomen ! Verdedig de CAO’s , sta geen afbraak of uitverkoop van verworven rechten toe !


L.B.

donderdag 29 mei 2008

Evolutie Sociale Bescherming en BBP in EU


De gemiddeld jaarlijkse aangroei van het Bruto Binnenlands Produkt van de EU (of van die landen bijeengeteld die nu deel uitmaken van de EU) ten op zichte van de vorige periode wordt weergegeven op de figuur (figuur aanklikken om vergroot weer te geven)
In 1998 is de jaarlijks gemiddelde aangroei ongeveer evengroot als aan het begin van de kapitalistishe ontwikkeling in Europa. Blijkbaar is er vanaf 1870 een steeds stijgende groei tot in 1973, alleen onderbroken door de twee wereldoorlogen en de jaren daar net na.
Na het uitbreken van de cr
isis in 1974 is de aangroei van het BBP in de EU dus kleiner.

De groei van het BBP in de EU ten opzichte van het jaar ervoor kunt u zien in de volgende figuur (aanklikken om die vergroot weer te geven) Daar waar de jaarlijkse aangroei in de periode van 1950 tot 1973 groter was dan 8%, zal hij in het beging van de eenheidsmarkt vanaf 1992 nog vaak boven de 4% komen. Maar vanaf 2000 stagneert de groei: op uitzonderingen na komt de groei niet meer boven de 4%.
De aangroei van de opgestapelde geproduceerde rijkdom in de EU bereikt haar grenzen. Om de opgestapelde rijkdom die ter beschikking staat van de grote kapitalisten toch te maximaliseren, is er grote eenheid tussen de regeringsleiders in de EU om ieder in hun lidstaat de loonkost (en alles wat daar mee betaald wordt: de sociale bescherming) te doen dalen. Zo valt het op dat vanaf de start van de eenheidsmarkt in 1992 de sociale bescherming (die gefinancierd wordt door het indirecte loon dat in België de werknemersbijdragen en de patronale bijdragen worden genoemd) in % van het BBP in de EU afneemt.
Dat het van 2000 (in % van het BBP) de neiging heeft om te stijgen, komt gewoon omdat de aangroei van het BBP van de EU KLEINER is dan de AFBRAAK van de sociale bescherming in deEU.
Dit kunt u zien op de laatste figuur (aanklikken om vergroot weer te geven)
De grafieken zijn opgemaakt via cijfers verzameld uit publikaties van Eurostat.

maandag 19 mei 2008

Over vervangingsinkomens in de EU


Uit een publicatie van de EU zelf:

"De groei in uitgaven voor pensioenen stabiliseert zich…(zie figuur, aanklikken : Uitgaven voor pensioenen in de EU-15, als % van BBP).Er was een serieuze stijging in uitgaven tussen 1990 en 1993, uitgedrukt in percentage van het BBP van de EU van de 15 lidstaten. Deels kwam dit door een stragere groei van het BBP-EU-15 dan de gemiddelde groei van de uitgaven voor de pe pensioenen. Anderzijds was er een serieuze stijging in uitgaven voor pensioenen, met name in Duitsland. Dit was het gevolg van de integratie van de “nieuwe” Länder (uit de ex-DDR).[1]"

Nog uit een publicatie van de EU zelf:

"Onder “Sociale Bescherming” vallen de bescherming of de noden voor:
Ziekte en gezondheidszorg
Arbeidsongeschiktheid
Hogere leeftijd
Famile en kinderen
Werkloosheid
Behuizing
Sociale uitsluiting die elders niet geclassifieerd is
Het gaat hierbij om de toekenning van sociale voordelen die zonder directe kosten zijn voor de belanghebbenden.
De trend van de uitgaven voor sociale bescherming uitgedrukt in percentage van BBP van de EU der 15 lidstaten.( zie figuur, aanklikken) Er was serieuze groei tussen 1990 en 1993. Dit was tengevolge van de vertraging van de BBP en de stijging voor uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen…. Tussen 1993 en 1996 kenden de uitgaven voor sociale bescherming uitgedrukt in percent BBP-EU-15 een daling. Dit kwam deels door de substantiele stijging van het BBP en anderzijds een afname van de groei van de uitgaven voor sociale bescherming. Dit kwam dan vooral dan weer door de daling van de werkloosheidsuitkeringen.[2]"

Het valt op dat er géén stijging is van het deel van BBP (EU-15) voor de pensioenen sinds 1992 (opening van de grenzen in de EU).
Uit de tweede publicatie blijkt dat pensioenen gewoon gezien wordt als een vorm van vervangingsinkomen (zoals bij ziekte of werkloosheid). Verder DALEN de uitgaven voor sociale bescherming (waaronder dus de pensioenen...) sinds 1992


[1] “Economic portrait of the European Union 2002”, p. 144, Luxembourg: Office for Official Publications of the European Communities, 2002, Uitgave van de Europese Commissie

[2] “Economic portrait of the European Union 2002”, p. 136, Luxembourg: Office for Official Publications of the European Communities, 2002, Uitgave van de Europese Commissie

vrijdag 2 mei 2008

Bijeengezochte informatie rond loonkost en BNP (BBP) (februari 2002)

De loonkoststijging (of -daling)[1]

Het BNP (of BBP: bruto binnenlands produkt) is de afkorting van Bruto Nationaal Produkt. Het is de totale geproduceerde rijkdom (uitgedrukt in de marktprijzen voor produkten en diensten) van een land. Voor het grootste gedeelte is het resultaat van de produktieve arbeid van de arbeiders en arbeid toegevoegd aan de produktie (in de vorm van diensten) door bedienden.
Deze diensten en produkten eenmaal geproduceerd of tot stand gekomen zijn het eigendom van de kapitalisten en worden door hen verkocht en het geld door hen opgestreken.
Als men de vergoeding van de arbeidkracht, het loon, ervan aftrekt, dan heb je een idee van de meerwaarde tot stand gekomen in Belgie.
Natuurlijk is het BNP min loonmassa niet de echte marxistische meerwaarde, maar het geeft toch een idee.
De evolutie van het aandeel van de loonmassa in het BNP geeft een idee van de ontwikkeling van de klassenstrijd, of juist h
et toegeven door de kapitalisten om het afkopen van de klassenstrijd, het bestaan van het reele socialisme in de nabijheid, maar ook het toenemen van de uitbuiting, de inleveringen, besparingen en het toelaten hiervan doordat het reformisme in de hoofd van de mensen zit ofwel door een toenemende concurrentie onder werkers of het wegvallen van de Soviet Unie.
De evolutie van het BNP geeft een idee van de ontwikkeling van het kapitalisme, het toeslaan
van de krisis, enkele conjuncturele
oplevingen, maar tocht het niet overwinnen van de strukturele krisis.

1. Het aandeel van de loonmassa in het BNP stijgt tot in `80, waarna het definitief afneemt om nooit meer zover te stijgen. Even nog een kleine stijging in 89-90, toen een conjuncturele stijging en een daling van de werkloosheid. Maar na de val van de Muur zet de daling zich weer in.(zie figuur 1 -figuur aanklikken)

2. Het BNP stijgt steeds, maar de mate van stijging veranderd. In `74 had het de grootste stijging, die het daarna niet meer heeft gekregen. Het is zelfs zo dat de jaarlijkse stijging eigenlijk afneemt ieder jaar.(Als je het bekijkt over een lange periode. Het kapitalisme is in een strukturele krisis sinds 74 en geraakt daar niet uit. (Zie figuur 2 - figuur aanklikken)

3. Op enkele pieken na zou je kunnen zeggen dat de stijging van de loonmassa toenam tot in 73-74 en daarna weer afnam. In `82 en enkel jaren daarna (tot in 84 denk ik) had je indexinleveringen: je ziet de stijging afnemen.(zie figuur 2) De hausse 87-89: er zijn ineens veel werkkrachten nodig, dat verklaart die plotse, een eenmalige stijging in 86. Na 89 komen er weer besparingen. Wanneer was de verandering van de maandelijkse berekening naar de 4-maandelijkse berekening van de index? Wanneer was de invoering van de gezondheidsindex?

4. Als de hoogte van de loonkost overeenkomt met de mate waarmee de kapitalist(en) in staat zijn om meer of minder onbetaalde arbeid toe te eigenen en dus een groter of kleiner deel van de gerealiseerde arbeid te vergoeden (dit hangt dan af van de ontwikkeling van de krachtsverhoudingen tussen arbeiders klasse en kapitalisten) dan zou je kunnen zeggen dat de loonkost in Belgie het hoogst was in 80 en nooit meer zo hoog is geweest. Sinds 80 zou je zo kunnen zeggen dat de loonkost DAALT.(figuur 1)
De`patronale lasten`

Patronale lasten worden uitgedrukt in een percentage ( bv 35%) bovenop het Brutoloon( of het brutoloon maal 1,08?) Zo uitgedrukt lijkt het alsof je naast de `loonkost` nog een aparte extra loonkost (ofwel extra belasting ) ten laste van de werkgever.
Maar in de jaarbalansen en economische vakliteratuur wordt het geheel van loon(met werknemersbijdrage en belasting die de werknem
er moet betalen) EN patronale lasten TERECHT als totale LOONKOST weergegeven. `Patronale lasten` zijn dus een deel van het loon van de werknemers dat in een collectieve pot komt en weer terug komt naar de werknemers als de uitgaven van de Sociale Zekerheid:dop, pensioen, terugbetaling medische kosten..... Als je die Patronale Lasten zien als een DEEL (uitgedrukt in percent) van het TOTALE loon dan komt die 35% aan het begin overeen met 26%

Hoe evolueren die `patronale lasten` in de tijd?
Er is een stijging geweest van ongeveer 14% naar ongeveer 20% tussen 82 en 92. (Zie 'pl' op figuur 3 -figuur aanklikken) Maar we zagen dat de loonkost in ongeveer dezelfde periode DAALDE. Dus die stijging van patronale lasten betekent geen MEER kosten voor de kapitalist, maar in feite dat het aandeel `patronale lasten` ten opzichte van het Brutoloon steeg en dat het brutoloon (en dus het nettoloon) nog harder daalde dan de totale loonkost.
Die patronale lasten is een van de drie inkomstenbronnen van de Sociale Zekerheid: de andere twee zijn de zogenaamde `werknemersbijdrage`(maar ook de `patronale lasten` zijn ook een deel van het werknemersloon) en de staatsbijdrage. De staatsbijdrage wordt betaald uit de pot `inkomsten` en dus het belastingsgeld.

Belastingen

Als we de totale
massa van betaalde (of door de staat ontvangen) belastingen bekijken dan valt op dat het grootste deel bestaat uit `persoonsbelasting` ( dus weer `ons loon`) En een klein deel `vennootsbelasting` (zie figuur 4, -die moet ik nog zoeken, NICO) Officeel 40% van de winst, maar ja......

Dus `daling van patronale lasten` is in feite een loondaling.

En daling van de rechten op Sociale Zekerheid betekent dat het
deel van de Sociale Zekerheid toegeigend wordt door de kapitalisten (via hun staat) Dus komt er minder loon collectief terug naar de werkers. Dus is een afbraak van de Sociale Zekerheid OOK een vorm van loondaling.
En ons nettoloon is in feite nooit gestegen.....
Waarom spreken de kapitalisten dat er iets moet gebeuren aan de stijging van patronale lasten en de stijging van de loonkost?

Ideologische aanval

De aanval op het loon van de arbeiders is veelomvattend, goed voorbereid en komt van verschillende kanten. Dit is zo omdat het cruciaal is voor de kapitalisten om hun bestaan van hun maatschappij te kunnen bestendigen in deze tijd van wereldomvattende crisis.

Eigenlijk kun je de hele `federalisering` van Belgie, de uitbouw van Europa, de globalisering zien als (naast het uitbouw van staatsapparaat aangepast aan de noden en wensen van de kapitalisten in hun concurrentie onderling) als 1 grote aanval op het loon.

De wet op het concurrrentievermogen, de norm van Maasstricht, de richtlijnen voor privatisering, afbraak van sociale zekerheid, de neerwaartse loonspiraal ( door de analise in elk land van de loonkost in vergelijking met de `omringende` landen, de studies van de respectievelijke Nationale Banken en Planburos, waarbij over loonkost wordt gesproken als een percent van.....(iets) en daardoor ondanks reele dalingen of zelfs onveranderlijkheid men loonkosten in de vorm van percenten kan laten stijgen en dalen naar behoefte)

Toch een voorbeeld

We kunnen in de tegenaanval gaan tegen de aanval op het loon (door vergelijking met de `ons omringende landen`. Door een analise te maken van de waarde van de arbeidskracht, door te analiseren wat de basisbehoeftes vormen voor een min of meer levenswaard leven, en van de hoogte en evolutie van de loonmassa( tegenover bv het brutto nationaal produkt of de totale brutto toegevoegde waarde van alle bedrijven in het land......) en de samenstelling van het totale loon, de totale vergoeding voor de arbeidskracht, kan men ook door vergelijking `van de ons omringende landen` de strijd in Europa ontwikkelen voor een rechtvaardige vergoeding van de arbeidskracht, de strijd voor de omgekeerde loonspiraal. Een onderdeel van het onderzoek naar `het loon` is volgens mij ook een studie naar de ontwikkeling `in de ons omringende landen` van staatsbedrijven en overheidsdiensten die `gratis` of `goedkoop` diensten vershaften bekostigt door persoonsbelasting en belasting op winsten. De mate van privatisering, de vermindering van belasting en daardoor (als het nettoloon gelijk blijft) de verminderde `loonlast` voor de bedrijven, geeft een beeld van de loondaling in dat land. …

Het aanklagen van de uitbouw van Europa, regeringsmaatregelen, de logika die het patronaat hanteert, gebeurt volgens mij te oppervlakkig. Het is inderdaad zo dat het gemakkelijk is concrete gegevens en cijfers te vinden (nu met internet) waarmee je allerlei uitspraken van politici
kan weerleggen, het effect van geplande maatregelen kan becijferen. Hierdoor lijkt een echt marxistische en globale analyse schijnbaar overbodig is. Maar wil je echt de arbeiders wapenen, wil je ze echt laten zien wat de tactiek van de kapitalisten is, hoe het imperialisme werkt en hoe Europa een staatsmachine is in dienst van de kapitalisten, dan moet je dieper graven.
Ik bestelde, gratis, via Internet de `Economische vooruitzichten 2001-2006.` Je
kan datzelfde boek via Adobe-reader raadplegen op Internet....
Hierin staat duidelijk (volgens mij, economische leek) op welke manier en hoe ingrijpend men de uitbuitingsgraad verder gaat opdrijven (en het loon - de vergoeding voor de verkoop van de arbeidskracht- gaat doen dalen)
Enkele citaten: ` ... Zoals steeds houdt de basisprojectie enkel rekening met beleidswijzigingen die vaststaan en concreet zijn. Zij bevat dus niet de verdere structurele bijdrageverminderingen die het regeringsakkoord voorwaardelijk in het vooruitzicht stelt voor 2002.....(..)

De totale structurele verminderingen (zie tabel op p 60) bedroegen ex ante 91,4 miljard in 2000 en zouden nog toenemen met 44 miljard over de projectieperiode, waarvan 15 miljard in 2001 (...) Op kruissnelheid ( in 2005) zou via die maatregel jaarlijks 135 miljard bijdrageverminderingen toegekend worden....`[2
Het gaat hier dus (volgens mij) over de `patronale lasten`.
Het plan zit zo slim ineen dat de Sociale Zekerheid zelfs geen tekorten gaat hebben door die bijdrageverminderingen! Het effect van vroegere maatregelen in de S.Z. zetten hun effect in de toekomst verder, plus komen er nog een aantal `secundaire `besparingen. Zelfs met de enkele kruimels die Vandebroucke rondstrooit erbij, DALEN de uitgaven van de S.Z.

`De primaire uitgaven van de sociale zekerheid vertragen over de periode 2001-2006 met 0,8% van het bbp, waarvan 0,4 voor werkloosheid, 0,3 voor pensioenen, 0,3 voor kinderbijslagen, terwijl de uitgaven voor geneeskundige zorgen toenemen met 0,3 procentpunt van het bbp....
Die vertraging volgt gedeeltelijk uit de gestelde hypothese van constant beleid: buiten de bovenvermelde selectieve verhogingen wordt er niet vooropgesteld dat welvaartsaanpassingen aan de uitkeringen worden toegekend. De loonplafonds bij de berekening van de werkloosheidsvergoeding en de ziekte- of invaliditeitsvergoeding worden enkel geindexeerd volgens de prijsevolutie, uitgezonderd de eenmalige verhoging van het loonplafond voor werkloosheid vanaf 2002.
De socialezekerheidprestaties, die voor het overgrote deel bepaald worden door een eigen interne dynamiek die in het verleden is afgeremd door structurele besparingsmaatregelen[3], vertragen des te sterker ten opzichte van het bbp in de mate dat de groei gerealiseerd wordt met bijkomende tewerkstelling..[4].

Zo heeft de Sociale Zekerheid zelfs overschotten! En waar gaan die voor dienen....?
Op p. 68: `Het `wetsontwerp..... tot oprichting van een Zilverfonds` voorziet dat de inkomsten van dit fonds worden geput uit......,... overschotten van de sociale zekerheid,.....`
Dus er is een `loondaling` die kontinu zal toenemen (bijdragevermindering), er zijn strukturele maatregelen, waaronder die die in het verleden reeds genomen zijn, die zorgen dat de uitgaven voor de Sociale Zekerheid verminderen (o.a. niet welvaartvastheid van pensioenen). Zo wordt het noodzakelijk dat men zich inschrijft in een pensioenfonds om toch nog een zeker pensoen (misschien.....) te hebben. Die pensoenfondsen, zoals het Zilverfonds verschaffen de kapitalisten kapitaal voor hun aandelen....

Zo zie je maar hoe de kapitalisten de `loondaling`( waar Marx het over heeft) plannen.


[1] De grafieken zijn op basis van cijfers uit publikaties van het Federaal Planburo (www.plan.be) of dat van het NIS (Nationaal Instituut voor de Statistiek)

[2]Ecomomische Vooruitzichten 2001-2006, Federaal Planburo, www.plan.be., p. 59.

[3]Zie hoofdstuk D in de Economische Vooruitzichten 1999-2004.

[4]EV2001-2006...,p.86.

woensdag 30 april 2008

Loonkost in de EU daalt sinds 1980


Op de eerste afbeeelding staat onder andere de factor “loonkost” (van de 15 lidstaten van de EU) afgebeeld als percentage van het Bruto Binnenlands Produkt van dezelfde EU (der 15 lidstaten) De figuur is afkomstig van de site: http://www.portrait.public.lu/en/social_system/wages/graphe3_1_1.html

Het deel van de geproduceerde rijkdom in de EU dat ging naar de loontrekkenden ( de “producenten” van die rijkdom) steeg in de jaren ’60 tot het moment van het uibreken van de crisis rond 1975. Van dan af neemt de loonkost af, en vanaf 1992 (de grenzen gaan open tussen de verschillende listaten van de EU, de economische politiek wordt steeds meer gedicteerd door de Europese Commissie) nog versneld!
Dit is te zien op de tweede afbeelding


Het beleid van de EU is erop gericht de loonkost in de EUverder te doen dalen zodat de winsten in de EU kunnen stijgen. Dit zie je op de tweede afbeelding. Deze afbeelding is afkomstig van de site van de “European Trade Union Confederation” (www.etuc.org)
Opvallend is dat met de start van de Euro in 2002 en met de uitbreiding van de EU in 2004 deze economische politiek blijkbaar verscherpt. Dit is te zien op de derde afbeelding (van
de “ ETUI-REHS ‘Benchmarking Working Europe 2008’ at the Social Summit of 13 March 2008.)